Klompen maken

Het oorspronkelijke ambacht


Het Ambacht:

 

Overige:

Demonstraties klompen maken

Carel
              JeukenCarel Jeuken uit Leunen is nog steeds actief als klompenmaker. Hij vertelt:

Het klompenmakersberoep bestaat al ongeveer 800 jaar, klompen werden toen overal gedragen. Wanneer we de vraag stellen: Door wie werden ze gedragen, dan was dat door de minder draagkrachtigen in die tijd, en dat waren land- en tuinarbeiders, mensen werkzaam in de zuivel, bosbouw, wasserijen en inpoldering, wegenbouwers, schippers, slagers, veehandelaars, straatvegers, metselaars, turfstekers, veenarbeiders en steenfabriekarbeiders.

Om klompen te maken moest men wilgen- of populierenhout hebben. Dit hout was in verschillende streken genoeg voorhanden en daarom waren daar ook veel klompenmakers te vinden.

Het ideale hout is ongeveer 30 à 35 jaar oud en heeft een omtrek van ongeveer 180 tot 200 cm. Er komen ongeveer 75 paar klompen uit 1 kubieke meter.

De bomen werden omgezaagd met een trekzaag ook wel een kortijzer genoemd. Daarna werden ze met een mallejan naar de klompenmaker gebracht. De klompenmaker zaagde de boom in bollen op lengte van de voetmaat plus 5 cm. Dat was de extra lengte voor de hak en de neus.

De bollen werden open gekloofd met kloofmessen in 4-5-6 stukken en werden vervolgens met een bijl met een scheve hecht in model geslagen. Daarna werden ze op het snijpaard met een lang mes, ook wel paalmes of klotsmes genaamd, op model gesneden. De gesneden klompen werden dan per paar in de heulbank geklemd waar ze werden uitgeboord. Het uitboren gebeurde met verschillende maten boren, effers genaamd. Met de kleinste, de voorloper, ging men tot de juiste diepte en met de andere effers haalde men de rest van het hout weg. Als alles er ruw uitgehaald was, werden de klompen fijn uitgesneden en glad gemaakt. Dit gebeurde met de volgende messen: hakhaak, opsnijder, vaarsmes, teenmes, kapmes en het bodemmes. Daarna werden de klompen gedroogd, wat ongeveer twee à zes weken duurde. Wanneer dit gebeurd was moest je ze nog opschuren en ze waren klaar voor de verkoop.

Carel in
              actieVoor bijzondere gelegenheden werden de klompen vaak zwart geverfd, of er werd een figuurtje op gerist met een rismesje. In latere jaren werden ze geschilderd en iedere klompenmaker kon zo zijn eigen motief er op maken.

In de streek Noord-Limburg werden aan het einde van de vorige eeuw nog klompen gemaakt in Venray, Swolgen, Horst, Sevenum, Heythuysen, Panningen en in Posterholt. In Posterholt bevond zich tot het jaar 2000 een machinale klompenmakerij. Het oorspronkelijke ambacht, het handmatig vervaardigen van klompen, beoefen ik nog vanuit mijn huis in Leunen. Als vijfde generatie van de familie Jeuken uit Venray hou ik het ambacht in stand door demonstraties. Uiteraard alleen nog maar als hobbyist en oudheidkundig liefhebber.



Wie meer wilt weten over mijn activiteiten kan via email contact met mij opnemen.